in een beluisterde tekst de ontbrekende woorden aanvullen, Ateliers p. 4
een eenvoudig Frans liedje zingen, Ateliers p. 4
een extra strofe schrijven voor een eenvoudig liedje, Ateliers p. 5
een eenvoudig dialoogje spelen aan de hand van sleutelwoorden, Ateliers p. 5
een Franse zin uitspreken met de juiste intonatie, Ateliers p. 7
een eenvoudig stripverhaal lezen. Contacts p. 15
contact
Branché 1
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
13
treize
enkele uitdrukkingen die je gebruikt bij een ontmoeting, Ateliers p. 5
de Franse naam van enkele leestekens, Ateliers p. 5
het verschil tussen een bevestigende, uitroepende en vragende zin,
Ateliers p. 7
een beetje Franse cultuur. Contacts p. 16
Trois, deux, un... zéro !
Misschien herinner je je nog hoe je je
moedertaal leerde? Eerst luisterde je
vooral, daarna probeerde je dezelfde
klanken te produceren. Dan ging je
woorden en zinnen vormen. Pas veel
later leerde je lezen en schrijven.
Ook bij het leren van een nieuwe taal zijn deze vaardigheden erg belangrijk. We bouwen
verder
op wat je al in de lagere school leerde. En natuurlijk gaan we daarbij ook zoveel mogelijk
oefenen
op luisteren, spreken, lezen en schrijven. We starten met een liedje ... Zing je mee?
Lezen jullie graag stripverhalen? Toto is een echte deugniet. Hij heeft dan ook geregeld
problemen met zijn ouders, met zijn juf op school en ... met de buurman.
Wie een nieuwe taal leert, wil meestal ook meer weten over de streken en landen waar men
die taal spreekt. Wat weet jij al over Frankrijk? Ontdek en leer van je klasgenoten.
Wanneer je dat kunt, ken je ook:
Aan het einde van dit hoofdstuk kun je:
La communication Contacts p. 14
Le cercueil Contacts p. 15
Quelques images de la France Contacts p. 16
0
Branché 1
14 quatorze
La communication
Peux-tu dire « Bonjour » ?
Et puis « Bon après-midi » ?
Peux-tu dire « Bonsoir » ?
Peux-tu dire « Bonne nuit » ?
Peux-tu dire « Bonjour » ?
Et puis « Bon après-midi » ?
Peux-tu dire « Bonsoir » ?
Peux-tu dire « Bonne nuit » ?
Je peux dire « Bonjour ».
Et puis « Bon après-midi ».
Je peux dire « Bonsoir ».
Je peux dire « Bonne nuit ».
On peut dire « Bonjour ».
Et puis « Bon après-midi ».
On peut dire « Bonsoir ».
On peut dire « Bonne nuit ».
Peux-tu dire « Allô,
c’est un plaisir de te voir » ?
Peux-tu dire « Il fait beau » ?
Peux-tu dire « Au revoir » ?
Peux-tu dire « Allô,
c’est un plaisir de te voir » ?
Peux-tu dire « Il fait beau » ?
Peux-tu dire « Au revoir » ?
Je peux dire « Allô,
c’est un plaisir de te voir ».
Je peux dire « Il fait beau ».
Je peux dire « Au revoir ».
On peut dire « Allô,
c’est un plaisir de te voir ».
On peut dire « Il fait beau ».
On peut dire « Au revoir ».
(Peter LeBuis et Natalia Evans)
© 2000 Sara Jordan Publishing
Branché 1
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
15
quinze
Toto – Le cercueil
1 un cercueil = een doodkist
Tiens, Toto !
Qu’est-ce que
tu fais là ?
Mon poisson rouge
est mort. Alors
je l’enterre.
Tu ne crois pas que
c’est un grand trou
pour un petit poisson ?
C’est parce qu’il est
à l’intérieur de votre
gentil Minou-Minou !
Jaws
Les Blagues de Toto © 2003 – Guy Delcourt Productions – Thierry Coppée
Branché 1
16 seize
A
C
D
B
F G
E
Culture - Quelques images de la France
contact
Branché 1
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
17
dix-sept
In dit hoofdstuk maak je kennis met de
personages van het boek. Zij stellen zich voor.
Ook voor de klas van Meneer Delaruelle is het nieuwe schooljaar begonnen. Op l’école Pasteur
is het een drukte van belang. De leerlingen praten wat na over hun vakantie. Ze zijn nieuws-
gierig naar hun leraars, hun nieuwe boeken ...
iemand aanspreken en vragen wie hij / zij is, Ateliers p. 13
iemand begrijpen die zichzelf voorstelt (naam, leeftijd, woonplaats), Ateliers p. 13
jezelf in het Frans voorstellen: je naam, leeftijd en woonplaats zeggen, Ateliers p. 14
heel kort iemand mondeling voorstellen, Ateliers p. 14
een e-mail versturen waarin je iets over jezelf vertelt, Ateliers p. 15
iets vertellen over het begin van het schooljaar. Ateliers p. 15
de woordenschat om iemand kort voor te stellen, Ateliers p. 16
de onbepaalde lidwoorden un, une en des,Ateliers p. 19
het meervoud van de zelfstandige naamwoorden, Ateliers p. 21
de woordenschat om over het begin van het schooljaar te spreken, Ateliers p. 26
de bepaalde lidwoorden le, la, l’ en les,Ateliers p. 24
het gebruik van voici en voilà,Ateliers p. 29
de vervoeging van de werkwoorden avoir en être in de tegenwoordige tijd, Ateliers p. 31
de getallen tot en met dertig. Ateliers p. 34
Wanneer je dat kunt, ken je ook:
Aan het einde van dit hoofdstuk kun je:
Je me présente Contacts p. 18
La rentrée, l’école, le prof et les livres Contacts p. 24
Bij het beluisteren van dialogen of het maken van opdrachten, vind je al eens woorden of
uitdrukkingen die je nog niet hebt geleerd. Maak je daar geen zorgen over. Ook zonder
dat je die woorden begrijpt, kun je verder. Meer uitleg daarover volgt.
1
1 / 26 100%
La catégorie de ce document est-elle correcte?
Merci pour votre participation!

Faire une suggestion

Avez-vous trouvé des erreurs dans linterface ou les textes ? Ou savez-vous comment améliorer linterface utilisateur de StudyLib ? Nhésitez pas à envoyer vos suggestions. Cest très important pour nous !