14/02/17 Gemeenteraad 20 maart 2017 Interpellatie van Mevrouw Tinne Van der Straeten over « de participaties van Interfin » INTERPELLATIE : Aan de schepen bevoegd voor ENERGIE Of, indien het antwoord zoals vorige keer voorbereid wordt door L. Hujoel: met dank om dan alle elementen van de vraag in ogenschouw te nemen en alleszins het antwoord op vraag 2b en vraag 4 over te laten aan de bevoegde schepen). Het verslag bij de jaarrekening 2015 geeft een globaal overzicht van de participaties die Interfin beheert. Volgens het jaarverslag zijn de 'voornaamste' participaties de volgende: - Sibelga - Engie - Suez-Environnement - Publigaz - Publi-T - Elia - NRB VRAAG 1: is deze opsomming exhaustief? Indien nee: welke andere participaties worden beheerd door Interfin? Wat betreft de opgesomde participaties kunnen zij eigenlijk onderverdeeld worden in 2 categorieën: enerziijds participaties die te maken hebben met netwerkbedrijven of daarmee gerelateerd zijn (Sibelga en Elia, Publi-T en Publigaz) anderzijds participaties die niets te maken hebben met netwerkbedrijven: 2 utility bedrijven (Engie en Suez-Environnement), en 1 IT-bedrijf (NRB). Dat interfin een participatie aanhoudt in Engie stamt, volgens hetzelfde jaarverslag uit 1996. De participatie werd aanzienlijk verminderd in 2007. Tegelijkertijd is deze participatie financieel niet interessant, wat ook niet verwonderd gezien de cijfers die Engie zelf voorlegt. De participatie in Suez-Environnement volgt uit de fusie GdFSUEZ en is dus eigenljk een beetje 'en stoemelings' tot stand gekomen. VRAAG 2: A) wat is de strategische overweging voor Interfin om een participatie in Engie en Suez-Environnement alsnog te blijven aanhouden, rekening houdend met het feit dat Interfin voornamelijk een focus heeft op bedrijven actief in het netwerkbeheer en Engie een producent/leverancier is. Op welke wijze stroken deze participaties met de statuten van Interfin? B) Wat is het standpunt van de gemeente Koekelberg met betrekking tot deze participatie? Is het niet wenselijker om deze participatie af te bouwen? Verder houdt Interfin een participatie aan in NRB (4,02%). Hierover wordt geen enkele toelichting gegeven. Ook al wordt de energiesector in toenemende mate geconfronteerd met IT-toepassingen (cfr implementatie MIG6), toch valt niet goed te begrijp (of wordt alleszins niet toegelicht), waarom een dergelijke participatie wenselijk/nodig is. VRAAG 3: Wat is de strategische overweging om deze particiapatie aan te houden? Op welke wijze strookt ze met de statuten van Interfin? Tot slot vermeldt het jaarverslag dat in het kader van de reorganisatie van de sector van het netbeheer (en specifiek wat betreft de distributie) Interfin zou kunnen overwegen om andere participaties te nemen en dit met een dubbel doel, met name: een regelmatige vergoeding voor de gemeenten en een versteviging van de relaties tussen netbeheerders. Het jaarverslag van Interfin vermeldt herhaaldelijk dat Interfin erop gericht is om de inkomsten van de gemeenten veilig te stellen. De statuten van Interfin leggen echter de nadruk op de coördinatie van de werking van de gemeenten binnen Sibelga en de financiering van Sibelga. VRAAG 4: Wat is het strategisch beleid inzake de participatie van Interfin? Bestaat er een kader aangenomen binnen de raad van bestuur omtrent de beleggingspolitiek van Interfin? Tinne Van der Straeten Antwoord : Pour remise en contexte, le groupe Sibelga est structuré en 3 niveaux. Interfin, intercommunale exerçant une fonction de holding financier. Sibelga, intercommunale assurant la fonction de gestionnaire des réseaux de distribution d’électricité et de gaz en Région de Bruxelles-Capitale (entièrement propriétaire de ces réseaux). BNO et Metrix, 2 sociétés coopératives de droit privé, employeur des releveurs de compteurs pour la deuxième et employeur de tous les autres membres du personnel actif du groupe Sibelga. Les activités du groupe sont concentrées sur la gestion des réseaux d’électricité et de gaz, les missions de service public et sur les services énergétiques destinés aux pouvoirs publics. (voir schéma 1 de la note gouvernance en pièce jointe) Interfin détient les participations des communes bruxelloises dans 7 sociétés. Participations bruxelloises dans la gestion des réseaux d’électricité et de gaz (niveaux régional et fédéral) Sibelga, détenue à 99,99% par Interfin (les 0,01% sont détenus en direct par les 19 communes bruxelloises). Publi –T (10%) et Publigaz (15%) holdings regroupant les intérêts communaux des 3 régions dans Elia et Fluxys. Elia, détenue en direct à 4,3% (14,3 % pour les communes bruxelloises si l’on ajoute la participation indirecte via Publi-T). Participations « historiques » détenues jusqu’au moment opportun pour une mise en vente Engie (<1%) et Suez Environnement (<1%) héritage d’avant le processus de libéralisation du marché de l’énergie – 2003 NRB (4%) est une société informatique belge du groupe Ethias qui a développé des outils informatiques pour les gestionnaires de réseaux dans le cadre de la libéralisation du marché de l’énergie. La liste ci-dessus est exhaustive. Comme expliqué ci-devant, il y a d’une part des participations qui s’inscrivent dans le champ d’activité des réseaux d’électricité et de gaz. Et d’autre part des participations minimes héritées du passé. L’objectif est de les vendre au moment le plus opportun, ce qui n’est certainement pas le cas actuellement. Il est exact qu’une bonne partie de ces participations ont été vendues en 2007 (valeurs 41€). Il n’est pas correct d’utiliser le terme « stoemelings » pour expliquer la participation dans Suez Environnement. Cette participation résulte d’une exigence de la Commission européenne dans le cadre de la fusion du Groupe Suez avec le groupe public français Gaz de France. Le groupe Suez a été invité à scinder ses activités « eau, déchets environnement » de ses activités « énergie ». Les actionnaires historiques du groupe Suez ont été contraints de devenir actionnaires de Suez Environnement. Répétons que ces participations en Engie, Suez Environnement et NRB sont détenues provisoirement jusqu’au moment opportun de leur mise en vente. La cession de ces participations n’est ni nécessaire ni indispensable pour l’instant. Vu les cours des participations en Engie (+/- 11€) et Suez Environnement (+/-14€), il n’est pas opportun de les mettre en vente. Concernant la participation en NRB, elle faisait sens lorsqu’au moment de la libéralisation du secteur de l’énergie, le groupe Sibelga a décidé (2004) de s’affranchir totalement de la dépendance informatique du fournisseur Electrabel. Pour rappel, Sibelga a reconstruit toute son informatique au départ de rien. Elle s’est appuyée, notamment sur le prestataire NRB. Aujourd’hui Sibelga a atteint sa pleine maturité informatique. Ce lien avec NRB n’est donc plus nécessaire, sa cession pourrait se justifier, mais son rendement dépasse les 11%. Il est impossible aujourd’hui d’obtenir un rendement comparable dans le secteur de la gestion des réseaux d’électricité et de gaz. Rien ne justifie que les communes décident de se priver d’une participation, certes minime, mais avec un tel rendement. La politique du groupe Sibelga est de garantir aux communes un revenu stable – 95 millions d’euros par an pour les 19 communes bruxelloises. Ce revenu stable se décompose comme suit : 35 millions d’euros proviennent de la redevance de voirie prévue dans les ordonnances gaz et électricité (le montant est indexé). Le solde 60 millions d’euros résulte des participations détenues par les communes au travers d’Interfin dans les 7 entreprises présentées ci-dessus. 2/3 pour la participation en Sibelga et 1/3 pour les participations en Publi-T, Publigaz, Elia et NRB. Les participations en Engie et Suez Environnement ne contribuent plus à cette politique. Elles seront liquidées en temps opportun En résumé, Interfin doit veiller à disposer d’un portefeuille en adéquation avec son objet, mais disposant d’une surface suffisante pour garantir un revenu stable aux communes.