I
^..w
#
\l\^
C. GEERLING
GUIDE DE TERRAIN
DES LIGNEUX
SAHELIENS ET SOUDANO - GUINEENS
Promotor: dr. H.
C.
D.
de
Wit,
emeritus hoogleraar
in de
algemene plantensyste-
matiek
en - geografie en in het bijzonder die van de tropen en de
subtropen.
581.91:634.0.17(252)
(66/67)
C. GEERLING
GUIDE DE TERRAIN DES LIGNEUX
SAHÉLIENS ET SOUDANO-GUINÉENS
Proefschrift
ter verkrijging van de graad van
doctor in de landbouwwetenschappen,
op gezag van de rector magnificus,
dr. C. C. Oosterlee,
hoogleraar in de veeteeltwetenschap,
in het openbaar te verdedigen
op vrijdag
3
juni 1983
des namiddags te vier uur in de aula
van de Landbouwhogeschool te Wageningen.
H. VEENMAN & ZONEN BV. - WAGENINGEN - 1983
CURRICULUMVITAE
Christiaan Geerling werd geboren op
21
november
1940
te Vaassen. De lagere
school
te
Nijbroek, de MULO
te
Vaassen en de Rijks Hogere School voor Tropi-
sche Landbouw te Deventer werden doorlopen voor hij in 1963 begon met de
studie in de Bosbouw, teeltkundige richting, aan de Landbouwhogeschool te
Wageningen. In 1967 werd het kandidaatsexamen afgelegd, in 1970 het in-
genieursexamen.
Van 1970 tot 1973 heeft hij als FAO assistent deskundige (Wildlife Biology)
gewerkt aan het Department of Forestry, University of Ibadan, Ibadan, Nigeria;
van 1973 tot 1977 werkte hij als FAO Forestry Officer (Range Ecology) aan
de 'Ecole pour la Formation de Spécialistes de la Faune' te Garoua, Kameroen,
en sinds 1977 als wetenschappelijk medewerker aan de Vakgroep Natuurbeheer
van de Landbouwhogeschool te Wageningen.
STELLINGEN
1.
Epidermiskenmerken
van
planten worden
in de
taxonomie
in
volstrekt onvol-
doende mate gebruikt.
Eindrapport
Wildbenuttings
Onderzoeksproject
in de
Sahel
(in voor-
bereiding).
2.
Plantentaxonomie is voor Afrika een steunwetenschap van groot belang.
Dit proefschrift.
3.
De konsekwentie
van de
nagestreefde
en
bereikte aanvaarding
van
natuur-
behoud als maatschappelijk relevant streven is, dat beweringen en adviezen van
natuurbehoudszijde gestaafd en onderbouwd moeten worden.
4.
Natuurbeheer is te belangrijk om aan natuurbeheerders
te
worden overgelaten:
het betreft
de
interactie
van
natuur
en
menselijke samenleving
en is
daarmee
een facet van
al
het menselijk handelen.
5.
Ecologisch stabiel grondgebruik
is
als zodanig geen garantie voor een maximum
aan natuurbehoud; beide moeten bevorderd worden, maar beider methoden en
doelstellingen kunnen
en
zullen botsen.
C.
GEERLING
& J. P.
PETERS,
1983,
Natuur en Milieu, 7,
1:
4-7.
6.
De aarde lijdt aan een mensenplaag.
C.
GEERLING
& J. P.
PETERS,
1983,
Natuur en Milieu, 7,
1:
4-7.
7.
De onontkoombaarheid van
de
degradatie van het natuurlijk systeem in
de
derde
wereld wordt veroorzaakt door de autonomie van de vraag naar voedsel.
1 / 337 100%
La catégorie de ce document est-elle correcte?
Merci pour votre participation!

Faire une suggestion

Avez-vous trouvé des erreurs dans linterface ou les textes ? Ou savez-vous comment améliorer linterface utilisateur de StudyLib ? Nhésitez pas à envoyer vos suggestions. Cest très important pour nous !