Meer tevreden - ASBL VZW portal - association
publicité
Etat et associations: entente cordiale? (Bruxelles, 6 décembre 2005) Le secteur associatif en Belgique: Une analyse quantitative et qualitative Centre d'Economie Sociale Université de Liège Hoger Instituut voor de Arbeid Katholieke Universiteit Leuven La connaissance quantitative du secteur associatif en Belgique • fin des années 90: seulement le nombre de créations annuelles d'ASBL. • Eléments nouveaux: - "Comparative Non-Profit Sector Project" mené à l'échelle mondiale (Johns Hopkins University) définition internationale du "non-profit sector" acceptée par les Nations Unies. - La loi du 2 mai 2002 sur les ASBL et les fondations. - 2003-2004: construction du premier compte satellite complet des ISBL; rôle pionnier de la Belgique . Secteur non-marchand Secteur public ASBL AISBL Fondations Associations de fait Mutuelles Secteur non-marchand Economie sociale Secteur public ASBL AISBL Fondations Associations de fait Mutuelles Coop. agréées SFS Le secteur associatif en Belgique 16 000 ISBL avec travail salarié: • ASBL • AISBL • unions professionnelles • fondations 1554 établissements scolaires du réseau libre (ASBL) ± 50 000 ASBL actives avec du bénévolat seulement* *NB: ± 50 000 ASBL existent encore juridiquement, mais n'ont plus d'activité Assoc. de fait: très nombreuses Le poids du secteur associatif dans l'économie belge, 2001 16 14 14,5% 12 10 8 6 4 9,6% 8,2% sans écoles du réseau libre avec écoles du réseau libre 5% 2 0 Valeur ajoutée Emploi salarié La valeur ajoutée du secteur associatif comparée à celle d'autres branches Commerce ISBL (avec réseau libre) Transports et communications Activités financières ISBL Construction Horeca 0 5000 10000 15000 20000 25000 30000 valeur ajoutée (en millions d'euros) Répartition des associations employeurs Branches N-ISBL 1. Culture, sports et loisirs 21,0 % 2. Education et recherche 15,2 % 3. Santé 5,6 % 4. Action sociale 23,9 % 5. Défense des droits, intérêts et convictions 23,3 % 6. Autres activités des associations 11,0 % Total (en %) 100,0 % Total (en nombre d’associations) 17 645 Origine des ressources financières des associations Financement privé 36% Financement en provenance de l'étranger 2% Financements publics 62% financement des pouvoirs publics financement en provenance de l'étranger financement privé 0% Total ISBL Autres activités Défense des droits, ntérêts et convictions Action sociale Santé Education & recherche Culture, loisirs sports et Origine des ressources monétaires des associations 100% 80% 60% 40% étranger financement privé pouvoirs publics 20% Apports volontaires des ménages 1 166 000 bénévoles 76 000 emploi ETP 2 400 millions € 1800 1600 1400 1200 1000 930 millions € 800 600 400 200 0 Dons et cotisations Bénévolat Emploi salarié et bénévolat (en millions d'heures de travail) 180000 travail bénévole 160000 travail salarié 140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 Culture, Education Santé sports et et recherche loisirs Action Défense Autres sociale des droits, activités intérêts et convictions Structure des dépenses des associations Consommation intermédiaire: • achats de biens et services • prestations d'indépendants 40% Rémunérations des salariés 55% 5% Divers ± 20 milliards d'€ transitent par les ASBL et sont réinjectés chaque année par elles dans l'économie (800 milliards BEF) Coût salarial horaire moyen €/heure Dans les ISBL 22,00 1 Culture, sports et loisirs 19,55 2 Education et recherche 24,97 3 Santé 28,15 4 Action sociale 18,18 5 Défense des droits, intérêts et convictions 23,80 6 Autres activités des associations 15,80 Dans l'ensemble de l'économie 25,50 L'emploi salarié dans le secteur associatif (2001) Nbre de travailleurs salariés ETP ISBL Etabl. scolaires du réseau libre Total secteur associatif 333 878 169 628 503 506 258 000 147 527 405 257 Emploi des ASBL dans le non-marchand (ETP) Non-marchand large 66% Secteur public (avec 34% ASBL adm. pub.) 390 000 749 000 ETP ETP Non-marchand restreint 56% ASBL ASBL: 94% de l'emploi de l'ensemble du secteur associatif 44% Secteur public Flandre: 60% Wallonie: 52% Bruxelles: 53% Répartition sectorielle de l'emploi des ASBL Wallonie: 109 000 ETP Flandre: 225 000 ETP 30% 25% Action sociale 40% Action sociale 40% Education Education Santé Santé 19% 20% 7% 4% 3% Autres CLS (avec PRC) CLS 19% Action sociale 11% Autres (avec PRC) 35% Education Bruxelles: 56 000 ETP 18% Santé 16% 7% CLS 5% Défense des droits Autres (avec PRC) Densité de l'emploi salarié dans les ASBL (pour 1000 habitants) Bruxelles Flandre Wallonie 57 ETP 38 ETP 32 ETP Evolution de l'emploi salarié dans les ASBL (1998-2002) D 1998-2002(ETP) en % Bruxelles + 6 800 + 13,9% Flandre + 21 500 + 10,6% Wallonie + 12 000 + 12,4% Pays + 40 300 + 11,6% Emplois créés entre 1998 et 2002 Santé Action sociale Culture, sport, loisirs Education, Recherche Autres Conclusions de l'analyse quantitative 1. Le secteur associatif est un acteur économique très considérable (facteur de pluralisme économique). 2. Il est un espace majeur de créations d'emplois (± 10 000 emplois par an). 3. Il reste des progrès statistiques à faire: - pour mesurer la production des associations (indicateurs) - pour cerner l'associatif sans emploi salarié … et tant d'autres chantiers! Polsslag van de verenigingen in België Waarom de polsslag? • Meer dan een kwantitatief beeld • Meer dan een moment-opname • Zicht krijgen op een heterogene sector • De pols voelen van de sector: - evoluties in politiek en maatschappelijk kader - trends in vrijwilligerswerk en werkgelegenheid - financiële draagkracht - draagvlak • Exploratie haalbaarheid van een meetinstrument Hoe zijn we tewerk gegaan? • Bevraging bevoorrechte getuigen 35 ‘koepel-organisaties’ • Telkens helikopterzicht van deeldomein • Vragen rond – Evoluties en trends – Evaluatie huidige situatie – Verwachte evoluties • Indexen Wat vertelt ons deze oefening? • • • • • • • • Over het juridische kader Over de relatie met de overheid Over de tewerkstelling Over de werkomstandigheden Over het vrijwilligerswerk Over de financiën Over het (externe) draagvlak Over de impact van de internationalisering? De juridische bakens verlegd • Nieuwe wet 2 mei 2002 • Tevreden om: – Meer transparantie – Administratieve vereenvoudiging – Meer juridische zekerheid – Impuls voor professionalisering • Minder tevredenheid bij: – Zij die handelsactiviteiten ontplooien – Kleine vzw’s Effect van de nieuwe wet • Van feitelijke vereniging naar vzw • Ritme oprichting blijft +- 4000 per jaar • Ontbinding slapende of niet-actieve vzw’s • Stichtingen: • +400 • 60-tal private stichtingen Sectorale reglementering • Tegenover 2000: – Meer tevreden: – Minder tevreden: – Even tevreden: 14 12 7 • Tevreden om: – Administratieve duidelijkheid – Kwaliteitszorg – Envelloppefinanciering • Minder tevreden om: – Overreglementering, planlast, minder juridische zekerheid Relatie met de overheid • • • • Algemeen: grotere tevredenheid Vooral met de regionale overheid En vooral in Vlaanderen Men zoekt: – Erkenning en respect – Overleg – Beleidsplannen en richtlijnen – Minder administratieve lasten Beduidend meer tewerkstelling • Slechts 1 melding van daling VTE • Mediaan = 10% • Gevolg: meer en betere dienstverlening • Maar: – Op eigen kracht – Niet voldoende gezien de behoeften – Meer eisen van de overheid • Betere werkomstandigheden, maar…druk! • Projectmatig werken – Organisatorische problemen – Minder werkzekerheid Vrijwilligerswerk verandert • Minder? • Belemmeringen: – Individualisme – Studiedruk en werkdruk – Complexiteit verenigingsleven • Maar ook lichtpunten: – – – – Etnische minderheden Media, bedrijven, stichtingen,… Nieuwe vormen, tijdelijk en mantelzorg… professionalisering Ruimere financiële onderbouw • Stijging sinds 2000 (mediaan = 15%) • Meer overheidsmiddelen…ook in toekomst • Meer private niet-commerciële middelen…ook in de toekomst • Minder vies van commerciële financiering…met sterke toename in toekomst • Financiële leefbaarheid in tijden van toenemende noden en condities? Het draagvlak • • • • Stijgende waardering vanwege publiek Ook vanwege overheid Meer media-aandacht Meer tevredenheid van leden en gebruikers? De wereld komt op ons af • • • • • Vooral de laatste vijf jaar Europese netwerken Europese richtlijnen Europese financiering Maar ook de rest van de wereld…
