GIFD - NVPV 2011
Kennis en vaardigheden
Verpleegkundigen met een bijzondere deskundigheid in de evaluatie en behandeling
van pijn dienen 4 sleutelbekwaamheden (zorgfuncties, beheersfuncties,
pedagogische functies en onderzoeksfuncties) goed beheersen. Hieronder volgt
telkens een beschrijving van de kennis en vaardigheden eigen aan het unieke
beroepsprofiel van een verpleegkundige, aangevuld met de specifieke kennis en
vaardigheden nodig om een een bijzondere deskundigheid in de evaluatie en
behandeling van pijn te ontwikkelen.
1) Zorgfuncties
Verpleegkundige vaardigheden:
klinisch kunnen oordelen
gegevens kunnen verzamelen
de situatie kunnen interpreteren
de problemen bij de zorgbegunstigden
kunnen identificeren
de verpleegkundige zorg kunnen
kiezen die het meest aan de toestand
en/of de vraag van de zorgbegunstigde
aangepast is
de interventies kunnen organiseren
de zorgtechnieken beheersen
het geheel van zijn verstrekkingen
kunnen evalueren, met name of de
doelstellingen bereikt werden alsmede
de kwaliteit van zijn werk door die in
een multidisciplinair perspectief te
integreren
betrekkingen kunnen aanknopen,
m.a.w. een houding van
luisterbereidheid ten op- zichte van de
zorgbegunstigde, diens omgeving en
met de andere hulpverleners alsmede
communicatieve vaardigheden kunnen
ontwikkelen
zijn gedrag begrijpelijk (mondeling en
schriftelijk) kunnen verklaren, en dat
aan- gepast aan de situatie en de
betrokken personen
het kunnen ontwikkelen van ethisch
gedrag
de conceptuele modellen inzake
verpleegkundige zorg
het verpleegkundig handelen
de persoon:
o in zijn verschillende dimensies
(biopsychosociale, culturele en
spirituele aanpak)
o in de verschillende stadia van
zijn leven (pasgeborene, kind,
adoloscent, jonge volwassene,
oudere volwassene)
o in bepaalde scharniermomenten
van het leven (zwangerschap,
geboorte, crisis, dood, ...)
de potentiële of reële problemen betref-
fende het vakgebied van de
verpleegkundige discipline
de in samenwerking met anderen
behan- delde problemen
de pathologieën
de autonome interventies
de principes die ten grondslag liggen
aan de uitvoering van en het toezicht
op preventieve, diagnostische en
behande- lende maatregelen
de normen inzake zorgkwaliteit
de voorgeschreven alsmede de
volgens het statuut toevertrouwde
zorgtechnieken
de domeinen :
o van functionele communicatie
o van de relatie
verzorgende/patiënt
de beroepsdeontologie, het
beroepsstatuut en de beroepsethiek