2 3243/007
DOC 53
CHAMBRE 5e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE KAMER 5e ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE
2013 2014
N°30DE MMES VAN MOER ET DE MEULEMEESTER
Art. 14
Dans l’article 21quinquiesvicies proposé, rempla-
cer le § 1er par ce qui suit:
“§ 1er. En dehors des praticiens visés à l’article 2, §
1er, nul ne peut exercer l’orthopédagogie clinique s’il
n’est titulaire d’un agrément délivré par le ministre qui
a la Santé publique dans ses attributions.”.
JUSTIFICATION
Le projet de loi du 30janvier2014vise à réglementer les
professions de psychologue clinique et d’orthopédagogue
clinique dans le cadre de l’arrêté royal n°781, de manière à
en faire des professions des soins de santé à part entière.
Le projet de loi entend par exercice de la psychologie cli-
nique “l’accomplissement habituel d’actes autonomes ayant
pour objet ou présentés comme ayant pour objet, à l’égard d’un
être humain et dans un cadre de référence scienti quement
étayé de psychologie clinique, la prévention, l’examen, le
dépistage ou l’établissement du psychodiagnostic de souf-
frances psychiques ou psychosomatiques, réelles ou suppo-
sées, et la prise en charge ou le soutien de cette personne”.2
Le projet de loi prévoit que nul ne peut exercer la psychologie
clinique s’il n’est titulaire d’un agrément délivré par le ministre
qui a la Santé publique dans ses attributions.3 Pour obtenir un
tel agrément, il faut être porteur d’un diplôme d’enseignement
universitaire dans le domaine de la psychologie clinique.4
L’exercice illégal de la psychologie clinique est incriminé
en tant qu’exercice illégal de la médecine.5 Il s’ensuit impli-
citement mais incontestablement que sur le plan juridique,
l’exercice de la psychologie clinique fait partie de l’exercice
de la médecine.
Or, les médecins ont en principe le monopole de l’exercice
de la médecine.6
Si on décrète que la psychologie clinique, qui fait partie de
la médecine, peut uniquement être exercée par les titulaires
d’un agrément en psychologie clinique, cette partie de la
médecine ne pourra plus, dans le futur, être exercée par des
médecins, et en particulier par des psychiatres, puisqu’ils ne
sont pas titulaires d’un tel agrément. Tel n’était sans doute
1 Arrêté royal n° 78du 10novembre1967relatif à l’exercice des
professions des soins de santé, MB 14novembre1967, err. MB
12juin1968.
2 Art. 13du projet de loi (nouvel article 21quatervicies, § 3, de
l’arrêté royal n° 78)
3 Art. 13du projet de loi (nouvel article 21quatervicies, § 1er, de
l’arrêté royal n° 78)
4 Art. 13du projet de loi (nouvel article 21quatervicies, § 2, alinéa
2, de l’arrêté royal n° 78)
5 Art. 24du projet de loi (qui modi e l’article 38, § 1er, 1°)
6 Art. 2, § 1er, de l’arrêté royal n° 78
Nr. 30VAN DE DAMES VAN MOER EN
DEMEULEMEESTER
Art. 14
In het voorgestelde artikel 21quinquiesvicies,
§1vervangen als volgt:
Ҥ 1. Buiten de beoefenaars bedoeld in artikel 2,
§1, mag alleen de houder van een erkenning uitgereikt
door de voor de Volksgezondheid bevoegde minister
de klinische orthopedagogiek uitoefenen.”.
VERANTWOORDING
Het wetsontwerp van 30 januari2014beoogt de beroe-
pen van klinisch psycholoog en klinisch orthopedagoog te
reglementeren met het koninklijk besluit nr. 781. Het worden
volwaardige gezondheidszorgberoepen.
Onder uitoefening van de klinische psychologie verstaat het
wetsontwerp: “het gebruikelijk verrichten van autonome han-
delingen die tot doel hebben of worden voorgesteld tot doel te
hebben, bij een mens en in een wetenschappelijk onderbouwd
klinisch psychologisch referentiekader, de preventie, het on-
derzoek, het opsporen of het stellen van een psychodiagnose
van echt dan wel ingebeeld psychisch of psychosomatisch
lijden en die persoon te behandelen of te begeleiden.”2 Het
wetsontwerp bepaalt dat alleen de houder van een erkenning
uitgereikt door de voor de Volksgezondheid bevoegde minister
de klinische psychologie mag uitoefenen.3 Om zo’n erkenning
te bekomen moet men houder zijn van een universitair diploma
in het domein van de klinische psychologie.4
Onwettige uitoefening van de klinische psychologie wordt
strafbaar gesteld als onwettige uitoefening van de genees-
kunde.5 Hieruit volgt impliciet maar zeker dat de uitoefening
van de klinische psychologie juridisch een onderdeel vormt
van de uitoefening van de geneeskunde.
Uitoefening van de geneeskunde is echter in beginsel het
monopolie van artsen.6
Door te bepalen dat de klinische psychologie, namelijk
een onderdeel van de geneeskunde, alleen door houders
van een erkenning in de klinische psychologie mag worden
uitgeoefend kan dit onderdeel van de geneeskunde in de
toekomst niet langer worden beoefend door artsen, en in het
bijzonder door psychiaters aangezien zij geen houder zijn
1 KB nr. 78betreffende de uitoefening van de gezondheidszorg-
beroepen, BS 14november1967, err. BS 12juni1968.
2 Art. 13Wetsontwerp (nieuw art. 21quatervicies, §3KB nr. 78)
3 Art. 13Wetsontwerp (nieuw art. 21quatervicies, §1KB nr. 78)
4 Art. 13Wetsontwerp (nieuw art. 21quatervicies, §2, tweede lid
KB nr. 78)
5 Art. 24Wetsontwerp (dat art. 38, §1, 1° wijzigt)
6 Art. 2, §1KB nr. 78.