QUESTION/VRAAG n°17
Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de Belgische economische groei?
Quels sont les effets possibles sur la croissance économique belge ?
Réponse/Antwoord :
NL
De laatste prognoses van het Federaal Planbureau, dat bevoegd is voor de economische
vooruitzichten in België, komen op het volgende neer : « In vergelijking met de vooruitzichten van
juni werd de groei van de Belgische economie in 2016 opwaarts herzien als gevolg van een sterk
tweede kwartaal. De Belgische bbp-groei in 2017 daarentegen zou lager uitkomen door een externe
factor, nl. de toegenomen onzekerheid binnen de EU na het Brexit-referendum. De impact daarvan
op de economische activiteit in de eurozone (en in België) is momenteel echter moeilijk in te
schatten.»
De impact van de Brexit zal van verschillende (zowel economische als politieke) factoren afhangen.
De meeste observatoren zijn van mening dat de teneur van de onderhandelingen en het in
aanmerking genomen scenario (met andere woorden, de inhoud van de vrijhandelsakkoorden)
tamelijk grote gevolgen zullen hebben in een reeks domeinen zoals migratie, investeringen,
buitenlandse handel, en bijgevolg ook voor de economische bedrijvigheid. De impact blijkt in
sommige partnerlanden echter groter dan in andere. Bij die landen worden Ierland en de Benelux
geregeld genoemd wat betreft het relatieve gewicht van de handel die deze landen drijven met het
Verenigd Koninkrijk.
Als kleine en open economie is België dus per definitie afhankelijk van zijn internationale
handelsbetrekkingen. Het handelsverkeer tussen ons land en het Verenigd Koninkrijk zal hierna
meer in detail aan bod komen. Aangezien het Verenigd Koninkrijk een belangrijke handelspartner
van België is, zullen de modaliteiten voor de uitstap uit de Europese Unie niet zonder gevolgen
blijven. Zo kunnen regelgevende en tarifaire belemmeringen ontstaan en dus een risico betekenen
voor de Belgische economie.
Bron : INR en berekeningen FOD Economie
De Belgische handelsbalans van goederen met het Verenigd Koninkrijk
1
vertoonde in 2011 een
tekort en sindsdien een overschot. Het surplus op de handelsbalans wordt verklaard door een daling
1
Het nationale concept verschilt op een aantal punten van het communautaire concept. Een van de voornaamste verschillen ligt in het feit
dat de gegevens volgens het nationale concept geen rekening houden met de in- en uitvoerbewegingen van niet-ingezetenen die btw-
plichtig zijn in België en waarbij geen ingezetenen betrokken zijn. De verrichtingen die gevolgd worden door een retour van goederen worden
evenmin in aanmerking genomen. Het communautaire concept heeft betrekking op alle in- en uitvoerbewegingen van goederen, met
inbegrip van aankoop (invoer) en verkoop (heruitvoer) in België tussen ingezeten of niet-ingezeten bedrijven (Bron : NBB). Met inbegrip van
Saldo van de handelsbalans -0,8 1,6 3,0 5,7 5,1
UITVOEREN BE - VK 15,2 15,7 16,7 17,8 18,2
2015
INVOEREN BE - VK 16,0 14,1 13,7 12,1 13,0
Saldo van de handelsbalans (in mijlard euro)
Tijd 2011 2012 2013 2014
van de invoer sinds 2011 (uitgezonderd in 2015) en door een stijging van de uitvoer over deze
periode. In 2015 bedroeg het saldo van de handelsbalans van goederen 5,1 miljard euro.
In 2015 behoorden de voornaamste producten die België naar het Verenigd Koninkrijk uitvoert tot
de categorie transportmaterieel. Deze producten vertegenwoordigden een bedrag van 3,95 miljard
euro, zijnde 21,8 % van de totale uitvoer van België naar het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door de
categorieën chemische producten (12,9 % van de uitvoer), machines en elektrische apparatuur (9,7
%), kunststoffen (9,1 %) en voedingsproducten (8 %).
Welke plaats neemt het Verenigd Koninkrijk in als handelspartner van België ?
Volgens het nationale concept - 2015
Bron : INR en berekeningen FOD Economie
Volgens dit concept vertegenwoordigde de Belgische uitvoer van goederen naar het Verenigd
Koninkrijk in 2015 7,7 % van de totale uitvoer van ons land, voor een totaal bedrag van 18 miljard
euro. Hiermee is het Verenigd Koninkrijk onze vierde belangrijkste handelspartner, na Duitsland
(15,6 %), Frankrijk (15,5 ) en Nederland (12 %).
Vanuit deze landen voert België eveneens in : in de eerste plaats vanuit Nederland (21,2 %), gevolgd
door Duitsland (14,8 %) en Frankrijk (11,1 %). Ook hier bekleedt het Verenigd Koninkrijk de vierde
plaats in de rangschikking met een relatief aandeel van 5,5 % van de totale Belgische invoer, goed
voor een bedrag van 13 miljard euro.
Wat is het gewicht van de handel tussen België en het Verenigd Koninkrijk per productcategorie ?
transit, is het communautaire concept dus per definitie ruimer dan het nationale concept, maar bijvoorbeeld minder relevant voor België
en Nederland, die over grote havens beschikken die de toegangspoort zijn tot de Europese interne markt.
UITVOEREN WAARDE IN MILJARD EURO AANDEEL VAN DE HANDEL
1Duitsland 36,7 15,6%
2Frankrijk 36,5 15,5%
3Nederland 28,3 12,0%
4Verenigd Koninkrijk 18,2 7,7%
5Verenigde Staten van Amerika 13,3 5,6%
6Italië 10,0 4,3%
7Indië 7,4 3,1%
8Spanje 6,1 2,6%
9Polen 5,0 2,1%
10 Luxemburg 4,9 2,1%
INVOEREN WAARDE IN MILJARD EURO AANDEEL VAN DE HANDEL
1Nederland 50,2 21,2%
2Duitsland 35,2 14,8%
3Frankrijk 26,3 11,1%
4Verenigd Koninkrijk 13,0 5,5%
5Verenigde Staten van Amerika 12,0 5,0%
6Italië 9,6 4,1%
7China 7,0 2,9%
8Rusland 6,6 2,8%
9Japan 5,6 2,3%
10 Spanje 5,1 2,2%
Volgens het nationale concept – Gemiddelde 2013-2015
Bron : INR en berekeningen FOD Economie
Volgens het nationale concept is transportmaterieel de goederencategorie waarin het Verenigd
Koninkrijk het grootste aandeel heeft. Met andere woorden, van al onze export van
transportmaterieel was 13,6 % bestemd voor het Verenigd Koninkrijk voor de periode 2013 - 2015.
We krijgen een soortgelijk beeld voor onze invoer, met een aandeel van het Verenigd Koninkrijk voor
deze goederencategorie van 9,4 %.
Daarna volgen voor de uitvoer de goederen van categorie XI (textielstoffen en textielwaren) die 11,8
% van de Belgische uitvoer van deze producten vertegenwoordigen, en de goederen van categorie
IV (producten van de voedselindustrie; dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn; tabak en tot
verbruik bereide tabakssurrogaten) met 10 %.
Over het geheel genomen onderscheiden de categorieën van ingevoerde goederen zich over deze
periode van die betreffende de uitvoer. Zo neemt categorie XIV (echte en gekweekte parels,
edelstenen en halfedelstenen, etc.) de tweede plaats in met 7,7 % van de Belgische invoer van deze
producten uit het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door categorie XII (schoeisel, hoofddeksels, paraplu’s,
etc.) met 6,1 %.
FR
Selon les dernières prévisions du Bureau fédéral du Plan, compétent en matière de perspectives
économiques en Belgique : « La croissance de l’économie belge pour l’année 2016 a été revue à la
hausse par rapport aux perspectives de juin, suite aux bons résultats observés au deuxième trimestre.
En revanche, la croissance du PIB belge de 2017 serait moins élevée en raison d’un facteur externe, à
savoir l’incertitude croissante au sein de l’UE après le vote en faveur du Brexit. Toutefois, l’impact de
ce facteur sur l’activité économique dans la zone euro (et en Belgique) est difficile à estimer à l’heure
actuelle. »
L’impact du Brexit sera fonction de plusieurs facteurs (tant économiques que politiques) et la plupart
des observateurs sont d’avis que la teneur des négociations et le scénario qui sera retenu
(autrement dit le contenu des accords de libre-échange) auront des incidences plus ou moins
importantes dans un ensemble de domaine tels que la migration, les investissements, le commerce
extérieur et par transmission sur l’activité économique.. Il apparait toutefois que certains pays
partenaires seront plus impactés que d’autres. Parmi ceux-ci, l’Irlande et le Benelux sont
régulièrement cités au vu du poids relatifs des échanges que ces pays entretiennent avec le
Royaume-Uni.
UITVOEREN INVOEREN
1
XVII: Vervoermaterieel 13,6%
1
XVII: Vervoermaterieel 9,4%
2
XI: Textielstoffen en textielwaren 11,8%
2
XIV: Echte en gekweekte parels, edelstenen
en halfedelstenen, edele metalen en metalen
geplateerd met edele metalen, alsmede
werken daarvan; fancybijouterieën; munten
7,7%
3
IV: Producten van de voedselindustrie;
dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en
azijn; tabak en tot verbruik bereide
tabakssurrogaten
10,0%
3
XII: Schoeisel, hoofddeksels, paraplu's,
parasols, wandelstokken, zitstokken,
zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan;
geprepareerde veren en artikelen van veren;
kunstbloemen; werken van mensenhaar
6,1%
4
XII: Schoeisel, hoofddeksels, paraplu's,
parasols, wandelstokken, zitstokken,
zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan;
geprepareerde veren en artikelen van veren;
kunstbloemen; werken van mensenhaar
9,8%
4
VI: Producten van de chemische en van de
aanverwante industrieën 5,9%
5
XX: Diverse goederen en producten 9,6%
5
VII
: Kunststof en werken daarvan; rubber en
werken daarvan 5,8%
La Belgique étant une petite économie ouverte et donc par définition, dépendante de ses relations
commerciales internationales, les échanges commerciaux entre la Belgique et le Royaume-Uni
seront examinés plus en détails ci-après. Le Royaume-Uni étant un partenaire commercial important
de la Belgique, les modalités de sa sortie de l’Union européenne ne seront pas sans conséquences.
Ainsi, il est possible que des barrières réglementaires et tarifaires émergent, ce qui représenterait
donc un risque pour l’économie belge.
Source : ICN et calculs SPF Economie
La balance commerciale des marchandises de la Belgique avec le Royaume-Uni
2
a connu un déficit
en 2011 et est depuis lors excédentaire. Le solde excédentaire de la balance commerciale s’explique
tant par une diminution des importations depuis 2011 (exception faite de 2015) que par une
augmentation des exportations sur cette même période. En 2015, le solde de la balance
commerciale des biens s’élève à 5,1 milliards d’euros.
En 2015, les principaux produits exportés de la Belgique vers le Royaume-Uni font partie de la
catégorie du matériel de transport pour un montant de 3,95 milliards d’euros et représentent ainsi
21,8 % des exportations totales de la Belgique vers le Royaume-Uni. Ceux-ci sont suivis par les
catégories de produits de l’industrie chimique (12,9 % des exportations), des machines et appareils
électriques (9,7 %), des matières plastiques (9,1 %) et des produits alimentaires (8 %).
Quel est le rang qu’occupe le Royaume-Uni en tant que partenaire commercial de la Belgique ?
Selon le concept national - 2015
2
Le concept national diffère à plusieurs titres du concept communautaire. L’une des principales différences réside dans le fait que les
données selon le concept national ne tiennent pas compte des opérations à l’importation et à l’exportation réalisées par des non-résidents
assujettis à la TVA en Belgique et dans lesquelles aucun résident n’intervient. Les opérations suivies de retours de marchandises ne sont pas
non plus prises en compte. Le concept communautaire concerne toutes les opérations d'importation et d'exportation de marchandises y
compris les achats (importations) et ventes (ré-exportations) en Belgique entre entreprises résidentes ou non-résidentes. (Source : BNB) En
incluant le transit, le concept communautaire est donc par définition plus large que le concept national mais moins pertinent pour la Belgique
et les Pays-Bas, par exemple, qui disposent de grands ports, portes d’entrée au marché intérieur européen
.
Solde de la balance -0,8 1,6 3,0 5,7 5,1
Exportations BE - UK 15,2 15,7 16,7 17,8 18,2
Importations BE - UK 16,0 14,1 13,7 12,1 13,0
Temps 2011 2012 2013 2014 2015
Solde balance commerciale (en milliards d'euros)
Source : ICN et calculs SPF Economie
Selon ce même concept, les exportations belges de biens à destination du Royaume-Uni
représentent, en 2015, 7,7 % des exportations totales de notre pays pour un montant total de 18
milliards d’euros. Le Royaume-Uni se classe donc comme étant notre quatrième partenaire
commercial, juste derrière l’Allemagne (15,6 %), la France (15,5 %) et les Pays-Bas (12 %).
Ces pays sont également les pays auprès desquels la Belgique importe des biens. En effet, les
principales importations de la Belgique proviennent principalement des Pays-Bas (21,2 %), de
l’Allemagne (14,8 %) et de la France (11,1 %). Une fois encore, le Royaume-Uni occupe la quatrième
place du classement avec une part relative de 5,5 % des importations totales de la Belgique, soit un
montant de 13 milliards d’euros.
Quelle est l’importance des échanges entre la Belgique et le Royaume-Uni par catégorie de
produits?
Selon le concept national – Moyenne 2013-2015
Source : ICN et calculs SPF Economie
Selon le concept national, le matériel de transport est la catégorie de biens pour laquelle le
Royaume-Uni a la part la plus prononcée, en d’autres mots, de toutes nos exportations de matériel
EXPORTS VALEUR EN MILLIARDS D'EUROS PART DU COMMERCE
1Allemagne 36,7 15,6%
2France 36,5 15,5%
3Pays-Bas 28,3 12,0%
4Royaume-Uni 18,2 7,7%
5Etats-Unis d'Amérique 13,3 5,6%
6Italie 10,0 4,3%
7Inde 7,4 3,1%
8Espagne 6,1 2,6%
9Pologne 5,0 2,1%
10 Luxembourg 4,9 2,1%
IMPORTS VALEUR EN MILLIARDS D'EUROS PART DU COMMERCE
1Pays-Bas 50,2 21,2%
2Allemagne 35,2 14,8%
3France 26,3 11,1%
4Royaume-Uni 13,0 5,5%
5Etats-Unis d'Amérique 12,0 5,0%
6Italie 9,6 4,1%
7Chine, République populaire de 7,0 2,9%
8Russie, Fédération de 6,6 2,8%
9Japon 5,6 2,3%
10 Espagne 5,1 2,2%
EXPORTS IMPORTS
1
XVII: Matériel de transport 13,6%
1
XVII: Matériel de transport 9,4%
2
XI: Matières textiles et ouvrages en ces
matières 11,8%
2
XIV: Perles fines ou de culture, pierres
gemmes ou similaires, métaux précieux,
plaqués ou doublés de métaux précieux et
ouvrages en ces matières; bijouterie de
fantaisie; monnaies
7,7%
3
IV: Produits des industries alimentaires;
boissons, liquides alcooliques et vinaigres;
tabacs et succédanés de tabac fabriqués
10,0%
3
XII: Chaussures, coiffures, parapluies,
parasols, cannes, fouets, cravaches et leurs
parties; plumes apprêtées et articles en
plumes; fleurs artificielles; ouvrages en
cheveux
6,1%
4
XII: Chaussures, coiffures, parapluies,
parasols, cannes, fouets, cravaches et leurs
parties; plumes apptées et articles en
plumes; fleurs artificielles; ouvrages en
cheveux
9,8%
4
VI: Produits des industries chimiques ou des
industries connexes 5,9%
5
XX: Marchandises et produits divers 9,6%
5
VII: Matières plastiques et ouvrages en ces
matières; caoutchouc et ouvrages en
caoutchouc
5,8%
1 / 6 100%
La catégorie de ce document est-elle correcte?
Merci pour votre participation!

Faire une suggestion

Avez-vous trouvé des erreurs dans linterface ou les textes ? Ou savez-vous comment améliorer linterface utilisateur de StudyLib ? Nhésitez pas à envoyer vos suggestions. Cest très important pour nous !