Dossier TOA Architectes
publicité
Dossier TOA Architectes - Strasbourg (France) Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) Hoe kunnen de Franse invalswegen opgefrist worden ? Op de volgende pagina’s vindt u een concept terug dat TOA Architectes ontwikkeld heeft in samenwerking met Frisomat. Het Frisomat meccano-systeem staat aan de basis van elk van deze concepten. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) Comment est-ce que les entrées de villes françaises peuvent être rafraîchies ? Sur les pages suivantes vous retrouverez le concept que TOA Architectes ont developpé ensemble avec Frisomat. Le système meccano Frisomat est à la base de chacun de ces concepts. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NEDERLANDS Als locatie voor hun project verkiest TOA uit Straatsburg een terrein op 15 kilometer van Mulhouse tussen twee wijndorpen, Vieux Thann en Aspach. Beide dorpen zijn erg strategisch gelegen, op een knooppunt tussen Mulhouse, Epinal, Basel en Colmar. Voor ‘Cross Talents’ ontwierp TOA een bedrijvenpark dat landelijk gelegen is tussen beide dorpen. Dankzij de verregaande synergie tussen hout en staal past het project perfect in de omgeving. Olivier Méheux, architect bij TOA Architectes Associés: “De situatie is hier vrij bijzonder omdat je enerzijds een stedelijke invalsweg hebt en anderzijds een zone tussen twee dorpen. Daarom hebben we onderzocht hoe een bedrijfsgebouw omgebouwd kan worden tot een gemeentelijk gebouw.” “In feite past dit thema volledig in de tijdsgeest, omdat de problematiek stedelijke invalswegen, bedrijvenparken, ... thema’s zijn die we binnen ons kantoor al ontwikkelen. We zijn immers adviserend architect voor meerdere bedrijvenparken. De oproep ligt dus volledig in lijn met onze eigen visie.”, aldus Alain Oesch, architect bij TOA. In hun concept verwerken ze daarom de identiteit van de stedelijke invalsweg en het eigenlijke gebruik van de gebouwen. Het landelijke karakter rondom is hierbij één van de waarden waarop TOA hun concept steunt. “Aan de basis is er een soort aantrekkingskracht rond de Frisomat staalconstructies. Hun concept past heel goed bij ons in termen van architectuur en ook in een vorm van stedenbouw met respect voor het landschap.” vertelt Alain Oesch. Het zijn de typische dakstructuren die TOA zo aantrekkelijk vindt bij de Frisomat staalconstructies. Ze laten in hun project de typische industriële platte daken achterwege en kiezen resoluut voor de puntige daken van Frisomat. Een combinatie van de steile dakhelling en het grote volume binnenin benadrukken de harmonieuze inplanting in het landschap. TOA laat zo zien dat de staalconstructies van Frisomat mee evolueren naar een product dat past binnen een specifiek project. TOA heeft hun ideeën verder uitgewerkt met een licht metalen structuur die zichtbaar blijft dankzij de vernieuwende bekleding. De diversiteit van de functies komt zo nog meer tot uiting en tegelijkertijd blijft het landelijke karakter bewaard. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) FRANÇAIS Pour son projet, TOA Strasbourg a choisi un terrain situé à 15 km de Mulhouse, entre deux villages viticoles, Vieux Thann et Aspach. Ces deux villages sont situés stratégiquement, sur un nœud routier entre Mulhouse, Épinal, Bâle et Colmar. Pour ‘Cross Talents’, TOA a conçu un parc d’activités situé en campagne entre deux villages. Grâce à la synergie poussée entre bois et acier, le projet s’inscrit parfaitement dans son environnement. Olivier Méheux, architecte chez TOA Architectes Associés : « La situation est assez particulière, parce qu’on a, d’une part, une entrée de ville, et d’autre part, une zone entre deux villages. C’est pour cela que nous avons examiné comment un bâtiment d’entreprise pouvait être transformé en bâtiment municipal. » « En fait, ce thème est tout à fait dans l’air du temps, car la problématique des entrées des villes, parcs d’activités, … sont des thèmes que nous développons déjà dans notre bureau. Nous sommes architectes-conseils pour différents parcs d’activités. L’appel à projets est donc tout à fait dans le prolongement de notre propre vision », précise Alain Oesch, architecte chez TOA. Dans leur concept, ils traitent donc de l’identité des entrées des villes et de l’usage effectif des bâtiments. Le caractère rural des environs est l’une des valeurs sur lesquelles repose le concept de TOA. « À la base, il y a une sorte de pouvoir d’attraction autour des constructions métalliques de Frisomat. Leur concept nous convient très bien en termes d’architecture et s’intègre en même temps dans une forme d’urbanisme qui respecte le paysage » explique Alain Oesch. Ce sont les structures de toitures typiques que TOA trouve si attrayantes dans les constructions métalliques que propose Frisomat. Dans leur projet, ils ont laissé de côté les toitures plates industrielles typiques et ont résolument opté pour les toitures en pentes de Frisomat. La combinaison des toitures en pente raide et du grand volume intérieur souligne l’implantation harmonieuse dans le paysage. Ainsi, TOA démontre que les constructions métalliques de Frisomat continuent d’évoluer vers un produit qui convient à un projet spécifique. TOA a poussé plus loin les idées avec une structure métallique légère qui reste visible grâce à l’habillage innovant. La diversité des fonctions s’exprime ainsi davantage, tout en conservant le caractère rural. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NL : Op het strategische kruispunt tussen Mulhouse, Basel, Epinal en Colmar zal de commerciële zone ontwikkeld worden tussen Vieux-Thann en Anspach-le-Haut. FR : Sur le carrefour stratégique entre Mulhouse, Bâle, Epinal et Colmar, la zone commerciale sera développée entre Vieux-Thann et Anspach-le-Haut. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) NL : De zone wordt ontwikkeld langs weerszijden van de RD103 die beide dorpen met elkaar verbindt. In de commerciële zone zelf wordt het verkeer zoveel mogelijk verbannen. FR : La zone est développée des deux côtés de la RD103 qui lie les deux villages. Les véhicules sont bannis au plus que possible dans la zone même. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NL : Langs weerszijden van de RD103 is er ruime aandacht voor groen in de vorm van bomen en grasperken. FR : Aux deux côtés de la RD103 il y a beaucoup d’attention pour de la verdure comme des arbres et pelouses. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) NL : Elk gebouw heeft zijn eigen toepassing. Het ontwerp, de afwerking en de afmetingen van de hallen zijn dan ook telkens anders. FR : Chaque bâtiment à son application. Le design, la finition et les dimensions des halls sont à chaque fois différents. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NL : Een grondplan van het publiek gebouw met kantoren, sanitair, opslagruimte en showroom. FR : Un plan du bâtiment d’activité avec bureaux, sanitaires, entrepôt et showroom. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) NL : Een dwarsdoorsnede en vooraanzicht van het publiek gebouw Hoogwaarde bekledingsmaterialen zorgen voor een zeker prestige. FR : Une coupe transversale et vue de façe du bâtiment d’activité. Des matériaux de revêtement supérieures apportent le bâtiment un certain prestige. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NL : Een lengtedoorsnede en zijaanzicht van het publiek gebouw. Binnenin is er een zee aan ruimte en een maximum aan lichtinval. FR : Une coupe longitudale et vue de côté du bâtiment d’activité. A l’intérieur il y a beaucoup d’espace et un maximum de luminosité. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) NL : Een grondplan van de sportzaal met kleedruimtes, cafetaria, sanitair en extra kleinere sportzalen. FR : Un plan de la plaine de sports avec vestiaires, cafétaria, sanitaire et des salles de sports supplémentaires plus petites. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NL : Een dwarsdoorsnede en vooraanzicht van de sportzaal. De sporthallen zelf zijn polyvalent waar verschillende sporten mogelijk zijn (zaalvoetbal, tennis, badmington, volleybal, basketbal, ...). FR : Une coupe transversale et vue de façe du bâtiment de sports. Les halls de sport sont polyvalents où plusieurs de sports sont possibles (foot en salle, tennis, badmington, volleyball, basket...). Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) NL : Een zijaanzicht langs weerszijden van de sporthal. Binnenin is meer dan voldoende ruimte om zaalsporten te beoefenen. FR : Une vue de côté des deux côtés du hall de sport. A l’intérieur il y a suffisamment d’espace pour pratiquer les sports en salle. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NL : De kopgevels van de gebouwen zijn gericht naar de straatkant. Glaspartijen verzekeren een gezellige sfeer. FR : Les pignons des bâtiments sont axés vers la rue. Les baies vitrées garantissent une ambiance acceuillante. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) NL : Dit concept vereist speciale verbindingsstukken, wat perfect mogelijk is dankzij het flexibele Frisomat meccano-concept. FR : Ce concept demande des pièces de connexion uniques, ce qui est parfaitement possible avec le concept meccano flexible Frisomat. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) NL : Verschillende bekledingsmaterialen zorgen voor een verrassend en gevarieerd geheel. De kopgevels zijn allemaal gericht naar de RD103 voor extra openheid. Met aandacht voor groen. FR : Des matérieaux divers de revêtement garantissent un ensemble surprenant et varié. Les pignons sont tous axés vers la RD103 pour une ouverture agréable. Avec vue sur un cadre vert. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) NL : Elk gebouw is uniek en heeft speciale kenmerken. Er is gedacht aan geluidsisolatie, brandwerenheid, aardbevingsbestendige funderingen en temperatuursisolatie. FR : Chaque bâtiment est unique et à des caractéristiques spéciales. L’isolation acoustique, la tenue de feu, les règles para-sismiques et l’isolation de température sont tenus en compte. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) APPEL A IDEES PAR TOA ARCHITECTES & CO A -> Notice Architecturale • Le site retenu D’une surface de 50 hectares, le parc d’activités du pays de thann a pour vocation l’accueil des activités tertiaires, artisanales, technologiques et industrielles. Cette nouvelle zone d’activités, créée en 2005 s’associe à la zone d’activités communautaire voisine du vieux-thann, aujourd’hui complète et accueillant 36 entreprises. Avec une situation géographique privilégiée, à la frontière de la suisse et de l’allemagne, porte ouverte sur les pays d’europe centrale, l’économie locale riche de son passé industriel s’est développée sur quatre pôles principaux : la chimie, la plasturgie, la mécanique et le textile. Aujourd’hui, le tissu économique se diversifie. Près d’une centaine de pme et pmi s’imposent en alliant savoir-faire traditionnel et technologie de pointe dans des domaines variés. Trois domaines stratégiques constituent des « locomotives » pour ce territoire : - L’industrie propre qui concerne tout particulièrement le traitement des effluents liquides et gazeux - Les bâtiments durables, dont l’éco-conception et l’intégration des énergies renouvelables constituent deux axes majeurs de développement. - La valorisation énergétique des matières endogènes très importante pour le territoire : l’énergie issue de l’agriculture et de l’exploitation forestière • La desserte du site Le Parc d’activités, implanté à 5 minutes de Thann, ville centre, sous-préfecture, chef lieu de canton et d’arrondissement, bénéficie d’un réseau de desserte particulièrement efficace. A 20 minutes de Mulhouse, à la croisée de deux routes nationales : la RN66 Mulhouse – Epinal et la RN 83 Belfort – Colmar, le Parc d’Activités s’installe entre deux villages Aspach-le-Haut (1 500 habitants) et Vieux-Thann (3000 habitants), de part et d’autres de la route départementale 103. La proximité des raccordements aux autoroutes A36 et A35 (Paris-Lyon 10 à min) et de l’Aéroport international Bâle – Mulhouse (à 35 minutes) donne à ce parc tous les atouts de solutions de transports structurels variés et efficaces. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) • Propos d’urbanisme Si presque toutes nos entrées de ville en France sont aujourd’hui effectivement « polluées » par un urbanisme à vocation commerciale, tertiaire ou industrielle, qui en trente an n’a cessé de dégrader l’image patrimoniale de nos cités, chacun s’accorde à penser que la ville doit désormais tenter de reconquérir ces territoires vers une nouvelle forme d’attractivité, tant sur le plan des usages que sur celui de l’image. Nous avons retenu pour cet appel à idées une étude de cas dont la situation et la problématique rassemble les mêmes préoccupations que celles qui s’imposent aujourd’hui pour « réparer » nos entrées de ville : Comment faire entrer dans le patrimoine bâti et non bâti d’ailleurs ces « territoires » particuliers ? Comment réconcilier la ville avec ses « zones » commerciales, d’activités ou d’artisanats ? L’exigence d’une nécessaire qualité architecturale et paysagère s’impose pour donner à ces territoires l’espoir de prolonger la ville. C’est là une des ambitions autour de la manière de faire. Mais au-delà encore, il y a de nouveaux usages à inventer, de nouvelles pratiques à imaginer, de nouvelles programmations avec de nouvelles mixité sans doute, de nouvelles liaisons à créer pour faire de ces territoires un prolongement de nos villes. Il est urgent d’en finir avec leur dénomination. Parler de « zone » est symptomatique d’une forme de délaissé urbain, comme voué à un échec annoncé. Ici, on parle désormais de « Parc ». De parc d’activités. L’ambition est posée. • Qualités paysagères et urbaines Au pied du massif des Vosges, dans un environnement naturel exceptionnel (route des crêtes, lacs, rivières et vastes forêt), porte Sud de la route des vins d’Alsace au coeur du vignoble, Thann figure dans le réseau des « plus beaux détours de France ». Ce « Parc » d’activités s’inscrit dans le remarquable paysage de plaine agricole, avec comme toile de fond la « ligne bleue » des Vosges, dans un environnement naturel de grande qualité. Traversé par la route départementale qui relie les deux communes avoisinantes, le Parc d’activités constituera à long terme une séquence urbaine de plus de 300 mètres de long qui rejoindra ainsi en la « touchant », la commune de Vieux-Thann à l’Ouest. C’est dans ce contexte de développement d’un nouveau territoire en cours de constitution que nous avons posé notre réflexion, pour une définition plus précise des critères qui permettraient une meilleure prise en compte de l’intégration urbaine et paysagère des futurs bâtiments à construire. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) • L’idée du paysage urbain S’appuyant sur la proximité d’une véritable ruralité, la silhouette du futur « Parc » d’Activités se décline sur le thème des « pignons sur rue ». L’implantation des faîtages des bâtiments se fait perpendiculairement à la voie qui traverse le site. A l’échelle d’une parcelle, chaque construction est invitée à exprimer, autant que possible les différentes fonctions qui la compose. Cette hypothèse de projet recoupe la variation et la diversité des volumes souhaités sur le plan architectural, et satisfait au traitement singulier des objectifs de performances thermiques au plus près des usages pour chaque entité de programme. Chaque projet est ainsi décomposé en trois parties thématisées : la halle, le show room, les bureaux. C’est autour de ces trois espaces spécifiques que se développe ensuite le programme, l’architecture, la technique. Un certain nombre d’hypothèses d’implantation, et de traitements paysagés particuliers, forment ensuite les règles d’une constitution d’un paysage urbain, de qualité, prolongement maîtrisé de la commune vers son parc d’activités … et vice et versa… B -> Notice technique Réglementation thermique • Le site Le parc d’activités se situe en zone climatique H1 avec pour valeur moyenne de Cepmax 65 kwh/m².an pour le résidentiel et 72 kwh/m² pour les bureaux. Le règlement du parc d’activités autorise la réalisation de logement de fonction pour les gérants des sociétés qui s’installent sur le site, à condition que ces derniers soient intégrés à l’architecture générale de l’entreprise. Avec l’application de la RT2012, l’effort demandé se situe dès la conception du bâti et à tous les niveaux : forme du bâtiment, compacité, isolation des parois, étanchéité à l’air, orientation et nature des baies, protections solaires, inertie thermique : autant de critères à prendre en compte dès le départ pour atteindre l’objectif global fixé avant même d’avoir posé le premier coup de crayon. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) • Le projet En décomposant le projet par éléments de programme, nous proposons de répondre à chaque situation d’usage par une enveloppe thermique adaptée en fonction des besoins énergétiques : la halle, tantôt stockage ou process industriel, les bureaux, dissociés ou accolés selon les cas. Une troisième composante programme est introduite dans le projet, comme une variable de composition : le show-room, ou auvent ouvert fait office de simple couverture ou de volume non-chauffé, tempéré le cas échéant. Il participe au confort d’hiver, en récupérateur d’apports solaires. La ventilation des différents locaux est totalement liée aux besoins en fonctions des usages et dépend de la présence dans les locaux. La solution à retenir privilégie plutôt la multiplicité d’utilisation de systèmes performants dédiés plus qu’une solution globale, dont la régulation deviendrait plus complexe. • La halle Tantôt stockage, atelier ou salle polyvalente, elle n’a pas les mêmes besoins énergétiques, ni même se soustrait aux mêmes exigences réglementaires selon sa destination. Son enveloppe thermique par panneaux composite à structure bois répond à chaque situation particulière, avec le même soin dans la qualité des assemblages, l’élimination des ponts thermiques et une parfaite étanchéité à l’air. D’orientation Nord/Sud, la halle prend principalement les apports solaires d’hiver sur le pignon Sud, quelque soit sa position dans le plan de masse général. Les longs pans sont les moins ouverts et les plus isolés. Les pignons Nord, s’ouvrent ou non, selon les besoins de lumière naturelle. Les baies vitrées type bois / alu, par la simplicité des assemblages, assurent une très bonne étanchéité à l’air, en pignon, en façade et même en toiture. • Les bureaux Pour chaque projet, il y a toujours une surface de programme dédiée aux bureaux administratifs, aux locaux du personnel, ou au logement de fonction. Un bâtiment volontairement isolé et dissocié ou accolé à la halle répond à ces usages avec les mêmes qualités de réalisation de détails techniques et se conforme aux contraintes réglementaires exigées dans le cadre de la RT2012. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) • Le Show room C’est la partie non programmée. Celle qui donne une autre dimension à la composition architecturale et urbaine du projet dans son ensemble. Tantôt fonctionnant comme une serre non-chauffée, un simple auvent ou un show-room d’entreprise, c’est un espace « tampon », largement vitré qui stocke les apports solaires en hiver et limite les déperditions quand on passe de la halle aux bureaux, ou de la salle de sport aux vestiaires. En été, il s’ouvre et se ventile naturellement. Ce volume peut intégrer des dispositifs de panneaux solaires dédiés à la production d’eau chaude sanitaire. D’une manière générale, le projet s’attachera aux points suivants : - Amélioration conception / isolation du bâti / élimination des ponts thermiques - Amélioration de l’étanchéité à l’air du bâti - Amélioration des performances du système de chauffage (PAC, gaz condensation, chaudière bois) - Eau chaude sanitaire solaire ou chauffe-eau thermodynamique - Réduction des besoins en éclairage artificiel : lumière naturelle à privilégier, détecteur de présence pour l’allumage, détecteur photosensibles de luminosité, programmateur. - Utilisation de puits canadien pour le traitement de l’air des locaux Réglementation acoustique Le procédé constructif retenu repose sur l’utilisation de panneaux bois industrialisés pouvant répondre au cas par cas, par leurs caractéristiques techniques, aux exigences de la réglementation acoustique en vigueur. Des produits spécifiques performants permettent de résoudre pour chaque type d’espace, en fonction des besoins, les corrections et les isolements nécessaires. L’esprit innovant de la démarche consiste à limiter les interventions pour atteindre les objectifs acoustiques exigés et donc permet d’optimiser les coût et la durée du chantier par l’utilisation de procédés industrialisés préalablement conçus pour répondre aux besoins. Cross Talents - Dossier TOA Architectes (Strasbourg) • Règles para-sismiques Le parc d’activités de Thann se trouve en zone de sismicité 3 (modérée). Depuis le 01 octobre 2007, toute demande de permis de construire est accompagnée d’une attestation de prise en compte des règles de construction parasismique. Cette dernière est établie par un contrôleur technique. Il justifie cette prise en compte de la phase conception jusqu’à la réalisation. En termes d’ouvrage, la règlementation distingue deux catégories à risque normal ou à risque spécial. L’accélération horizontale à prendre en compte est dans notre cas 1,1m/s². Les règles de l’EUROCODE 8 s’appliquent depuis le 31 octobre 2012 pour les bâtiments neufs. Les ouvrages à risque normal se distinguent ensuite en 4 catégories d’importance croissante, de la catégorie I à faible enjeu à la catégorie IV qui regroupe les structures stratégiques et indispensable à la gestion de crise. Les ERP de 4ème et 5ème catégorie sont classés en catégorie II. Les ERP de 1ère, 2ème et 3ème catégorie sont classés en catégorie III. Les bâtiments industriels < 300 p sont classés en catégorie II. Les bâtiments industriels > 300 p sont classés en catégorie III. A chaque catégorie est ensuite associé un coefficient d’importance qui vient moduler l’action sismique conformément à l’Eurocode 8 : 0.8 pour la catégorie I, 1 pour la catégorie II, 1.2 pour la catégorie III et 1.4 pour la catégorie IV. En conclusion sur ce thème, la transformation d’un bâtiment à usage industriel < 300 personnes en bâtiments ERP de 4ème ou 5ème catégorie relève de la même catégorie en terme de risque parasismique, et donc ne nécessite pas de modifications particulières sur le plan structurel de la construction. • Tenue du feu Dans la conception proposée, chaque partie du programme est isolée et donc permet d’être traitée selon le degré d’exigence de résistance au feu propre à son usage : la halle, le stock, les bureaux, l’ERP, le show room ou l’habitation. Les produits composants de façade et de couverture se déclinent selon les procédés industrialisés qui comme l’acoustique répondent aux différents cas d’exigences règlementaires. Avec des réactions au feu équivalent au classement M1 pour les murs à M2 ou M3 pour la couverture, le produit composite bois proposé répond selon sa nature et son type aussi bien à l’ERP de 4ème catégorie qu’au bâtiment industriel à simple rez-de-chaussée. En termes de flexibilité, il faut rappeler que chaque projet implique sa propre étude de sécurité, qui sera fonction des usages et du classement de l’établissement. Le principe de charpente légère développé par FRISOMAT doit maintenir une structure visible pour répondre à la plupart des cas, du bâtiment industriel à simple rez-de-chaussée à l’ERP de 4ème et 5ème catégorie sans traitement de protection au feu particulier de la charpente dans ces cas. Cross Talents - TOA Architectes (Strasbourg) • Contraintes constructives Si le procédé constructif de FRISOMAT est pertinent à plus d’un titre sur le plan écologique par ses critères de faibles impacts sur l’environnement, tant en fabrication qu’en mise en oeuvre, il se présente aujourd’hui aussi comme une vraie solution économique de départ. Dans cet esprit, notre démarche consiste à associer à cette structure métallique d’autres composants industrialisés, tramés, techniques et respectueux de l’environnement, que nous proposons issus de la filière bois, particulièrement développée dans notre région. Les qualités d’assemblage, d’étanchéité à l’air, de transformation pour modifier une baie, créer une porte supplémentaire, un châssis de toit, s’ajoute aux qualités d’ambiances intérieures totalement renouvelées. La présence massive du bois s’exprime généreusement depuis l’extérieur des bâtiments, par le choix d’ouvrir les pignons vers la ville. Le bois, mais sans exclure d’autres hypothèses, devient ici la solution associée au développement de la structure FRISOMAT. La peau des bâtiments se décline ensuite selon des gammes standardisées ou non, allant de la simple membrane PVC éco+, en passant par les bacs simple peau ou sur-toiture en lattis bois selon la destination des projets et selon les programmes souhaités. Le « détail architectural personnalisé » devient ensuite et simplement le cadre des pignons, et la proportion de son retrait, le traitement de la protection solaire. C’est autour de ces variations que s’installent les « pignons sur rue ».
